Vanaf eind achttiende eeuw vervalt Amsterdam tot een nogal onverzettelijk conservatief bolwerk. Rond 1860 begint zich een baanbrekende elite af te tekenen, die initiatieven ontplooit om de hoofdstad weer op de kaart te zetten. Amsterdam herrijst. Zakenlieden, bankiers en ondernemers van nieuwe industrieën zorgen voor groei en welvaart. De deftige lui ontmoeten elkaar bij concerten in Felix Meritis en in het pas opgerichte Concertgebouw. Op zondagen organiseerden ze thuis familiediners en muziek- en dansavondjes.Deftig en ondernemend laat de lezer meeleven met defamilies van stand, hun kinderen, vrienden, relaties, hun ondernemingen en financiën. `Van Vonderen maakt op haar beste momenten invoelbaar hoe de stad werd opgefrist door een nieuwe wind. Trouw Bekende Amsterdamse families worden tot leven gebracht: de familie Six, Van Loon, Van Eeghen, Sillem, Boissevain, Van Hall, Den Tex, Heldring, Wertheim en Pierson.Het Vondelpark, het Amstel Hotel, het Paleis voor Volksvlijt, het Noordzeekanaal, Het Burgerziekenhuis, het Rijksmuseum, het Concertgebouw, het Stedelijk Museum, De Groote Club en de nutsvoorzieningen komen in deze periode vrijwel allemaal tot stand door particulier initiatief.