Goudvalk In Goudvalk maakt Katharine Kerr een begin met het samenbrengen van de verschillende verhaallijnen die zij in haar romans over Deverry en het Westland begon - met bewonderenswaardig resultaat. De machtige Nevyn is gere arneerd, maar de jonge Neb weet niets van het vorige leven van deze magi Na de dood van zijn ouders, slachtoffers van een levensgevaarlijke epidemie, arriveert Neb met zijn jongere broer bij de verlaten boerderij van hun laatste overlevende familielid. Daar vernemen ze dat achter de westgrens een nog groter, levensbedreigend gevaar snel aan kracht wint. Het Paardenvolk, daartoe aangezet door hun nieuwe godin Alshandra, plundert op nietsontziende wijze dorpen van Deverry en voert de bevolking in slavernij af. Deze keer zijn ze van plan het nomadische Westvolk voorgoed van de aardbodem te vagen. Als gevolg daarvan maken Neb en zijn zielsverwante, Branna, kennis met verwoesting en verderf, en met liefde en geluk. Het is maar goed dat ze op hulp kunnen rekenen van de meester-magi Dallandra en Salamander, anders zouden ze dit verhaal, dat is opgebouwd rond een roerige periode in de eeuwenoude elfengeschiedenis, beslist niet zonder kleerscheuren doorstaan.