Devon is de laatste bundel die Nils Chr. Moe-Repstad kort voor zijn dood in 2022 publiceerde, waarin hij in een korte reeks gedichten langs uiteenlopende onderwerpen raast. Zelf omschreef hij zijn werk ooit als ‘barok’, het is vooral veel van alles. Moe-Repstads poëzie is in de goede zin van het woord wijdlopig, maar door zijn precisie, intelligentie en zorgvuldigheid wordt ze nergens breedsprakig. De referenties buitelen over elkaar heen. Je kunt die alles lezer allemaal napluizen, maar dat leidt er niet altijd toe dat alles op zijn plek valt.
Peter Verhelst schreef in zijn voorwoord bij de bundel 19 vergiftigingen, die in 2017 in vertaling verscheen: ‘De gedichten moeten worden belegerd, (heerlijke) veldslag na (heerlijke) veldslag, voor ze zich prijsgeven. Prijsgeven in de zin van: zich in al hun complexiteit ontvouwen. Complex in de zin van: gelaagd, rijk, vol van betekenissen die elkaar soms tegenspreken, die zich op elkaar stapelen, die werelden ontsluiten in tijdsvakken die zich vermengen. Zijn poëzie is niet alleen een ode aan ‘de glimp’ (het antwoord dat nooit helemaal wil komen, de grap die nooit tot het eind verteld kan worden), het lezen van deze gedichten is ook archeologie: de fundamenten die de lezer na herhaald lezen heeft blootgelegd zijn oeroud en tegelijk van vandaag […]’. Die typering gaat ook op voor Devon.
De Noorse dichter Nils Chr. Moe-Repstad (1972-2022) was van plan om bergbeklimmer te worden, maar het liep heel anders. Hij was constant op zoek naar grenzen en vond die toen hij bij een duikongeluk op zijn negentiende verlamd raakte. Daarna was hij vaak in de bibliotheek te vinden, hij begon poëzie te lezen en later ook zelf te schrijven. Daarmee begon zijn ‘tweede leven’. Moe-Repstad bleef op zoek naar grenzen, maar deed dat nu in literatuur. Hij debuteerde in 1996 met de bundel Nå (Nu) en daarna volgden er nog vele, waarvan er twee eerder in Nederlandse vertaling verschenen (19 vergiftigingen en Wunderkammer (27 catalogi), Azul Press). Het schrijven van de baksteendikke bundel Wunderkammer putte hem lichamelijk zozeer uit dat hij dacht dat hij nooit meer iets zou schrijven. Toch volgde in 2022, vlak voor zijn dood, de bundel Devon nog.
Liesbeth Huijer (1972) vertaalt poëzie en proza uit het Noors en het Zweeds. Ze studeerde Nederlands in Leiden en Scandinavistiek in Trondheim en Oslo. In 2025 verschijnt haar vertaling van Sarabande van Sara Sølberg bij HetMoet. Verder werkt ze aan de vertaling van een historische roman van Tore Renberg die bij Uitgeverij Oevers en De Bezige Bij zal verschijnen. Dit is de derde bundel van Nils Chr. Moe-Repstad die in haar vertaling verschijnt.
Met voorwoord van Arno Van Vlierberghe (1990).
Peter Verhelst schreef in zijn voorwoord bij de bundel 19 vergiftigingen, die in 2017 in vertaling verscheen: ‘De gedichten moeten worden belegerd, (heerlijke) veldslag na (heerlijke) veldslag, voor ze zich prijsgeven. Prijsgeven in de zin van: zich in al hun complexiteit ontvouwen. Complex in de zin van: gelaagd, rijk, vol van betekenissen die elkaar soms tegenspreken, die zich op elkaar stapelen, die werelden ontsluiten in tijdsvakken die zich vermengen. Zijn poëzie is niet alleen een ode aan ‘de glimp’ (het antwoord dat nooit helemaal wil komen, de grap die nooit tot het eind verteld kan worden), het lezen van deze gedichten is ook archeologie: de fundamenten die de lezer na herhaald lezen heeft blootgelegd zijn oeroud en tegelijk van vandaag […]’. Die typering gaat ook op voor Devon.
De Noorse dichter Nils Chr. Moe-Repstad (1972-2022) was van plan om bergbeklimmer te worden, maar het liep heel anders. Hij was constant op zoek naar grenzen en vond die toen hij bij een duikongeluk op zijn negentiende verlamd raakte. Daarna was hij vaak in de bibliotheek te vinden, hij begon poëzie te lezen en later ook zelf te schrijven. Daarmee begon zijn ‘tweede leven’. Moe-Repstad bleef op zoek naar grenzen, maar deed dat nu in literatuur. Hij debuteerde in 1996 met de bundel Nå (Nu) en daarna volgden er nog vele, waarvan er twee eerder in Nederlandse vertaling verschenen (19 vergiftigingen en Wunderkammer (27 catalogi), Azul Press). Het schrijven van de baksteendikke bundel Wunderkammer putte hem lichamelijk zozeer uit dat hij dacht dat hij nooit meer iets zou schrijven. Toch volgde in 2022, vlak voor zijn dood, de bundel Devon nog.
Liesbeth Huijer (1972) vertaalt poëzie en proza uit het Noors en het Zweeds. Ze studeerde Nederlands in Leiden en Scandinavistiek in Trondheim en Oslo. In 2025 verschijnt haar vertaling van Sarabande van Sara Sølberg bij HetMoet. Verder werkt ze aan de vertaling van een historische roman van Tore Renberg die bij Uitgeverij Oevers en De Bezige Bij zal verschijnen. Dit is de derde bundel van Nils Chr. Moe-Repstad die in haar vertaling verschijnt.
Met voorwoord van Arno Van Vlierberghe (1990).