Een rare sensatie maakt zich van me meester: een gevoel dat ik de persoon die voor me staat niet ken, ook al betekent hij meer voor me dan wie ook.
Je gaat de slaapkamer van je zoon binnen. Het is een rotzooi, zoals altijd. Je ruimt wat vieze borden op, pakt wat kleren van de grond en doet de kast open om ze terug te hangen.
En dan zie je het. Iets dat je zo schokt dat het bijna niet echt bij je binnenkomt. Je realiseert je iets verschrikkelijks.
Je eigen zoon is gevaarlijk.