Op 22 maart 2016 is commissaris Christian De Coninck van dienst op het hoofdbureau van de politie in Brussel. Een dag zoals een andere tot dat ene telefoontje komt: er is een aanslag op de luchthaven van Zaventem. Enkele ogenblikken later ontploft een bom in het metrostation Maalbeek. De Coninck is belast met de communicatie en de relaties met de pers. Zijn korpschef stuurt hem naar de plaats van de aanslag, waar hij geconfronteerd wordt met een oorlogsgebied. Enkele maanden later krijgt De Coninck problemen die hij niet kan thuisbrengen en die verergeren. De diagnose wordt snel gesteld: PTSS, posttraumatische stresstoornis. De Coninck kan moeilijk omgaan met dit verdict: hij, de stoere flik, geveld door een mysterieuze aandoening. Hij komt in een neerwaartse spiraal terecht en kan ze niet keren. Dit boek is een verslag vanop de eerste rij over de aanslag in Brussel, door de ogen van een politieman. Hij beschrijft heel realistisch de gebeurtenissen, maar vertelt ook hoe die zijn professionele en persoonlijke leven hebben getekend.