Verhalenbundel met onder andere het verhaal: 'Eenzaamheid en dood'.
Een fragment:
'Enige tijd geleden kreeg een oude vrouw in een keurige slagerij een hartverlamming en stierf op de granieten vloer voor de toonbank. De geneeskundige dienst werd gewaarschuwd. Broeders legden haar op een brancard, sjorden de riemen vast en droegen haar weg. Zaagsel kleefde aan haar mantel. Het was een natuurlijke dood. Er sterven dagelijks mensen op die manier en feitelijk had de recherche met het sterfgeval niets te maken. Maar al spoedig kwam er een telefoontje van het ziekenhuis, waarheen de oude vrouw was gebracht. Men wilde de familie waarschuwen, maar dat kon niet, want haar identiteit stond niet vast. Met andere woorden, niemand wist wie het oude vrouwtje was. Ze bleek maar klein, had piekerig grijs haar en bruine ogen in een scherp gesneden gelaat. Ik nam haar signalement verder op, liet foto's en vingerafdrukken van haar maken en toog op onderzoek. In de slagerij waar ze was gestorven, kende men haar niet. Ze had wat beverig twee biefstukjes van een ons besteld en toen zij haar beursje pakte om te betalen, had ze plotseling naar haar hart gegrepen en was ineengestort. Meer wist men mij niet te vertellen.'