Frieda is een uitleenkind. Zomaar van de stad overgeplaatst naar een eenzaam plekje middenin het bos. Ze is van huis weggehaald als speelmakker voor haar achternichtje Jet. In het bos is het spannend, het ruikt er lekker, er is veel te eten. En dat is iets heel bijzonders, want het is oorlog en in de stad is alles op.
Toch mist Frieda haar vader en moeder en haar broer en zusjes. Gelukkig schrijft haar zusje Adalie lange brieven over haar avonturen in de bezette stad. En gelukkig heeft de moeder van Jet het in de gaten als Frieda té veel heimwee krijgt.
Toch mist Frieda haar vader en moeder en haar broer en zusjes. Gelukkig schrijft haar zusje Adalie lange brieven over haar avonturen in de bezette stad. En gelukkig heeft de moeder van Jet het in de gaten als Frieda té veel heimwee krijgt.