Het is 1880. Een grote toekomst ligt voor de jonge Nederlandse schilder Gerrit van Houten in het verschiet. Natuurgetrouw en realistisch tracht hij de werkelijkheid te verbeelden. Daarbij let hij nauwkeurig op de techniek van zijn beroemde oom Willem Mesdag, die hem een dubieus compliment geeft: ‘Dat heb je netjes afgekeken!’.
De nerveuze Van Houtem hunkert naar de erkenning van zijn oom en werkt als een bezetene aan zijn oeuvre. Maar uiteindelijk zal alle erkenning alleen Mesdag ten deel vallen, terwijl Gerrit wegzinkt in waanzin en vergetelheid. Met deze schitterende, subtiele roman over levensgeschiedenis van Gerrit van Houten heeft Oosterhoff een prachtig portret getekend van de opkomst en ondergang van een kleine kunstenaar aan het einde van de negentiende eeuw.
De nerveuze Van Houtem hunkert naar de erkenning van zijn oom en werkt als een bezetene aan zijn oeuvre. Maar uiteindelijk zal alle erkenning alleen Mesdag ten deel vallen, terwijl Gerrit wegzinkt in waanzin en vergetelheid. Met deze schitterende, subtiele roman over levensgeschiedenis van Gerrit van Houten heeft Oosterhoff een prachtig portret getekend van de opkomst en ondergang van een kleine kunstenaar aan het einde van de negentiende eeuw.