Zoals er naast mensenliefde ook dierenliefde bestaat, zo maakt dit boek zich sterk voor de liefde tot het ding. In tweeëntwintig hoofdstukken laat Maarten Asscher in Dingenliefde vele dierbare dingen hun verhaal vertellen. Of het nu gaat om twee paar kinderschoentjes, een gouden munt, een cricketbat, een contrabas of een bermuda-zwembroek, door een subtiel spel van associatie en herinnering weet Asscher uit zijn bonte uitstalling van persoonlijke voorwerpen een bij vlagen Proustiaanse herinneringswereld te toveren. In korte verbindende mini-essays over het korset van Maria Callas of de pistolen van Lord Byron probeert de auteur het wezen van 'het ding' te doorgronden. Waarom spreken sommige voorwerpen ons direct aan en laten andere ons onverschillig? Bij elkaar vormt Dingenliefde een autobiografie-in-verhalen, die als het ware het boek is bij een imaginaire tentoonstelling. Dat inspireert lezers om ook zelf de dingen te benoemen die door de jaren heen een innige plaats in hun leven hebben verworven.