Veel van Rob Schoutens poëzie speelt zich af in het hoofd van de dichter – of in de kosmos, als dat tenminste iets anders is. Dat is ook het geval in Dit moet dus de werkelijkheid zijn, maar thans kloppen realiteit en actualiteit nadrukkelijk aan de poorten van zijn omwalde vesting. Is het de toegenomen leeftijd van de dichter of de opdringerige aard van de werkelijkheid? Feit is dat klimaat en corona, tattoos en toerisme tot hem doorgedrongen zijn, zozeer zelfs dat ze hem geforceerd hebben tot wanhopige en verknipte liefdesliedjes. Misschien kunnen we daarom voorzichtig spreken van een nieuw geluid.