Op 24 februari 2022 viel Rusland zijn buurland Oekraïne binnen met als doel de regering van president Zelensky af te zetten. Die opzet mislukte, met een bloedige oorlog in het hart van Europa als gevolg. Vanaf die dag veranderde Rusland zelf van een autocratie in een dictatuur. Door die oorlog leek het alsof Rusland terug in de geschiedenis werd geworpen.
Met uitzondering van de periode 1905-1917 en het laatste decennium van de twintigste eeuw heeft er in Rusland nooit effectieve controle op de overheid bestaan. De machthebbers waren wel altijd bang voor de eigen bevolking, wat zich uitte in het meedogenloos onderdrukken van elk teken van onafhankelijkheid. Ivan de Verschrikkelijke was bang voor de bojaren, Iosif Stalin was bang voor iedereen en Vladimir Poetin is bang voor wie ‘de speciale operatie’ een oorlog noemt. Dit boek gaat over het verwoestende effect van deze angst op de bevolking, die hier zelf van haar lot verslag doet.
Aan de hand van zo’n 360 ooggetuigenverslagen vanaf het jaar 1091 tot aan de inval in Oekraïne in 2022 proberen Ruslandkenners Hans Driessen, Michel Krielaars en Eva Peek een beeld van die geschiedenis te schetsen.