Op het strand van Sint-Anneke wordt op een mooie zomerdag een dode vrouw in bikini aangetroffen. Ze ligt op haar rug onder een vrolijk gestreepte parasol. Een kogelgaatje in één van haar jukbeenderen wijst op moord. Een professionele moord. De politie staat voor een raadsel. Niemand weet wie de vrouw is, hoe ze op het strand gekomen is, laat staan waarom ze is geliquideerd. Hoofdinspecteur Dewit trekt commissaris Carpentier aan zijn mouw: 'Eén schot, recht in de kleine hersenen, geen papieren. Dat is vakwerk, executie, maffia!' 'Stel je bevordering nog maar wat uit!' blaft Carpentier tegen zijn enthousiaste medewerker. 'Op het strand van Sint-Anneke ligt een mevrouw in haar bikini en zij is dood. Dat is alles wat we weten!'