Zo gaat het echter niet. Thibault-Karl blijkt deel uit te maken van de Duitse elite-club die er op uit is om de vernederende gevolgen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog ongedaan te maken. Deze elite-club wil, na het mislukken van alle eerdere pogingen, Duitsland de hegemonie over Europa laten heroveren om daarmee een dominante speler op het wereldtoneel te worden. Men is vast overtuigd van het welslagen van dat voornemen en stippelt een strategie uit waarbij geen enkel middel wordt geschuwd.
Wat Jane, als slachtoffer van dit geheime genootschap, meemaakt is bizar en wordt boeiend beschreven. De lezer wordt in een sneltreinvaart meegenomen over een groot deel van de aardbol: Van Friesland, waar het boek start, tot Zeeland, waar Jane in beeld komt; en van het Duitsland van Thibault-Karl, telg uit een vooraanstaand geslacht met een bepalende invloed op Duitslands verleden en heden, tot Zuid-Amerika, waar het verhaal van Thibault-Karl in een aaneenschakeling van even bizarre gebeurtenissen eindigt.
Hoewel het boek zich afspeelt tegen de achtergrond van historische namen, plaatsen en gebeurtenissen is de verhaallijn fictief en voortgesproten uit de fantasie van de auteur. Frantz laat echter zien dat fictie en werkelijkheid heel dicht bij elkaar liggen. Hij geeft zijn verhaal een indringende inbedding in onze hedendaagse tijd mee, die het besef oproept dat waan en werkelijkheid nog steeds hand in hand kunnen gaan. Dit alles wordt omkaderd met de belevenissen van de mooie jonge vrouw Jane, die met intense wilskracht dat wat haar is aangedaan te boven komt en daar op haar manier mee afrekent.