Brussel, 1924. Antoinette, de dochter van hoofdcommissaris Pynaert, treft het lichaam van een professor aan in zijn kantoor op de universiteit. Hoewel de wetsdokter een natuurlijke dood vaststelt, vertrouwt Antoinette, die geneeskundestudente is, de zaak niet. Ze voert in het geheim een lijkschouwing uit en ontdekt dat de professor vergiftigd is. Terwijl het onderzoek van start gaat, worden verschillende privéartsen overvallen en verdwijnt er niet alleen geld, maar ook verdovende middelen. Pynaert en zijn team belanden midden in een bloeiende opiumhandel. Ondertussen gaat het onderzoek naar de moord onverdroten verder.