Ex-commando en veiligheidsadviseur Eugène Hamer treft op de Amsterdamse Apollolaan een gruwelijk tafereel aan. Een man hangt aan een touw in de woonkamer, zijn keel doorgesneden. Zijn vrouw ligt dood op bed en in een kledingkast schuilt een jongen die opzettelijk getuige is geweest van deze slachting. De moordenaar daagt de politie in een brief uit hem op te sporen. Hij verwijst naar een website waarop een elektrische stoel te zien is met daaronder de boodschap: Pas als mijn wraak compleet is stop ik met moorden. Samen met Neli Panka, inspecteur bij de afdeling Zware Criminaliteit en gespecialiseerd in de psychologie van seriemoordenaars, opent Hamer de jacht. Het brengt ze op het spoor van een omvangrijk netwerk van drugssmokkel en mensenhandel, die zijn oorsprong blijkt te vinden in voormalig Joegoslavië en de val van Srebrenica. Het moorden gaat door. Alles wijst erop dat ze te maken hebben met de meest meedogenloze moordenaar in de Nederlandse misdaadgeschiedenis die een dodelijk spelletje met hen speelt...