Voor de lezers van Douglas Jackson en Robert Fabbri
Van alle Griekse stadstaten, spreekt Sparta het meest tot de verbeelding. De ijzeren discipline, moed en de aan waanzin grenzende toewijding aan oorlog voeren zijn al talloze malen beschreven en verfilmd. Tot nu toe echter nog nooit zo nauwkeurig, meeslepend en levensecht als in De dolk van Sparta. In de 4e eeuw voor Christus had Sparta het leeuwendeel van Griekenland veroverd en nergens was zijn heerschappij wreder dan op eigen grondgebied. Drie eeuwen eerder hadden de Spartanen de Heloten overwonnen en elk jaar herinnerden ze hen aan hun onderwerping door jonge soldaten erop uit te sturen om weerloze slaven te vermoorden. Op een van deze avonden ziet de Heloot Protos hoe zijn ouders als dieren worden opgejaagd en vermoord. Hij weet ternauwernood te ontkomen en doodt daarbij een van zijn achtervolgers. Daarmee zet Protos een reeks gebeurtenissen in gang die het lot van Griekenland voor altijd zullen veranderen: die jongen die hij doodde was namelijk een Spartaanse prins. De Spartanen jagen Protos dag en nacht op, maar hij blijkt een niet te onderschatten tegenstander. Dankzij een mysterieuze Egyptische vrouw weet Protos naar Thebe te ontsnappen, dat op het punt staat het Spartaanse juk van zich af te werpen. Door een daad waarvan de heldhaftigheid grenst aan zelfmoord, lukt het Protos Thebe te bevrijden. En daarmee komen de twee machtige stadstaten op een ramkoers te liggen waar maar een van de twee als winnaar uit zal komen.
'Guild beschrijft meesterlijk de intriges aan het hof en de koortsachtige strijd op het slagveld, maar de echte indrukwekkende verdienste van het boek is zijn tijdloosheid en veelzijdigheid.' - Publishers Weekly (over The Assyrian)