Michael, Gaby en hun ouders worden achterna gezeten door een bende schurken. Ze vluchten diep het oerwoud in, ver van de beschaafde wereld, waar niemand hen kan vinden. Daar zijn ze veilig. Behalve dan voor de alligators en de verschrikkelijke Sissipi's. En de schorpioenen. En de spinnen (zo groot als je vuist!)
Maar op een dag krijgen ze bezoek. Van een man in een kano, met een geheimzinnig plan. En van een groep kerels met kettingzagen.
Zal het mama lukken op tijd een paar bommen in elkaar te knutselen? Zonder laboratorium? Zonder witte jas? Zonder onderbroek, zelfs?
`Dat Thijs Goverde kan putten uit een schrijffontein die borrelt van de barokke fantasie en ook nog eens tot tranen toe kan vermaken, is duidelijk. (De Volkskrant over Donderkat)