Mohammed B. moordde in naam van de islam, de religie waarmee Van Gogh keer op keer venijnig de spot had gedreven. Ineens kon een uitgesproken mening iemand het leven kosten en dit nota bene in het progressieve, tolerante landje van Spinoza.
Ian Buruma, van oorsprong Nederlander maar al dertig jaar woonachtig in het buitenland, richt een indrukwekkende blik op zijn geboorteland en probeert deze crisis te doorgronden. Hij belicht naast de geschiedenis van tolerantie tegenover minderheden ook minder positieve nationale karakteristieken. Buruma houdt ons een spiegel voor, en het spiegelbeeld is onthutsend. Mohammed B. heeft wereldvreemde, fundamentalistische opvattingen, maar is wel degelijk een kind van onze cultuur en misschien meer Nederlander dan ons lief is.
‘Buruma stelt de vragen die n in Nederland gesteld moeten worden en daarom moeten ook Nederlanders dit boek lezen.’ - Geert van Istendael in Vrij Nederland
‘… een afgewogen relaas over de gekte van de afgelopen jaren, het eerste dat een serieuze poging doet de periode Fortuyn-Van Gogh in perspectief te zetten.’ Bas Heijne in NRC Handelsblad
‘Een scherpzinnig en subtiel beredeneerd onderzoek.’ - New York Times