De afgelopen jaren is in Nijmegen een aantal belangrijke en onbelangrijke mensen vermoord. De politie ziet geen verbanden, maar heeft ook geen verklaringen, laat staan oplossingen. In de nacht dat Rogier Hoofs lijdzaam moet toezien dat de Stevenstoren wordt opgeblazen, beseft hij dat de stad in groot gevaar is. Hij moet ingrijpen, zelfs al kost hem dat zijn leven. Een spoor van geweld en lijken leidt hem eerst door een geheime gang onder de stad door en uiteindelijk komt Rogier via talloze omwegen in een bestuurskamer van het stadhuis. De situatie laat zich aanzien alsof de politiek onder vuur ligt, maar ook niet schroomt om terug te schieten. Of was ze zelfs begonnen met schieten? Rogier ontdekt waarom de politiek altijd zijn eigen gang gaat, zelden luistert naar het volk. De verklaring is huiveringwekkend.