Nederland, ik schrijf dit niet zomaar,
ik zoek naar je dood en gemeenschap.
Ik zoek naar je waarheid en haat.
Ik schrijf gedichten,
ik ben in de war.
Ik zoek naar je lichaam,
ik ben oppervlakkig.
Dood werk is een boek geworden vol woede, arbeid, therapie en dode politiek. Dit alles registreer ik in lijsten en geklokte gedichten, vormen die uit elkaar vallen waar je bijstaat. De twee motto's voorin het boek vind ik geweldig en drukken uit waar ik naar verlang: het sociaal maken van mijn problemen en het teruggaan naar het gestoorde in de poëzie.'