Een beeldhouwer tast met zijn plastieken de grenzen van het hyperrealisme af. Hij wikkelt levende modellen in elastisch gipsverband, en legt in het stollende harnas hun ultieme pose vast tot het een keer misgaat.
Uit zijn cyclus De tandeloze tijd lichtte A.F.Th. van der Heijden de verhaallijn over de zogeheten Gipsmoord, om die via een proces van herschrijven en opnieuw monteren tot een roman te verzelfstandigen. Het resultaat is het letterlijk adembenemende Doodverf een boek over de kunst die sterker is dan de liefde. Maar wint de kunst het ook van de dood?