Tijdens zijn werk bij een stuwmeer in Spanje is Sebastian getuige van een verkrachting. Hij durft niet in te grijpen. Wat volgt gooit alles ondersteboven: zijn liefdesverhouding met Eva, zijn werk als waterbouwkundig ingenieur, zijn beeld van het paradijs op aarde, zijn identiteit.
Hij reist terug naar Leiden, naar Eva die hij al zo lang niet heeft gezien, maar hij komt er nooit aan. Terwijl zij wacht, raakt hij verstrikt in oponthoud. Toeval, ziekte, hilarische vergissingen, alles stapelt zich op tijdens een krankzinnige reis door Europa. Hij lijkt te stranden bij een blinde en invalide oorlogswees, die zijn verhaal beluistert maar die ook weet dat hij zelf het magistrale einde moet verzinnen.