De gehavende skeletten van bomen staken spits af tegen het heldere sterrenlicht in Niemandsland. Van tijd tot tijd liet de hemel een glimp van ongewone schoonheid zien. De mannen schreven erover in hun brieven aan het thuisfront, ze beschreven de zonsondergang heel gedetailleerd, alsof er aan het oorlogsfront alleen maar karmozijnrode wolken en gouden lichtstralen met sterrenstof te zien waren.
Het is 1914, en de Eerste Wereldoorlog zal de levens van duizenden jonge mannen aan beide kanten van de strijd voorgoed veranderen. Het geweld aan het oorlogsfront voelt echter nog ver weg voor de jongens op een kostschool op het Britse platteland. Door de berichten in The Preshutian, de schoolkrant, worden ze wel geïnformeerd over hun oudere klasgenoten die aan het front zijn verwond of gesneuveld; die heroïsche sterfgevallen doen de oorlog alleen maar spannender lijken.
De half-Duitse Henry Gaunt voert ondertussen zijn persoonlijke strijd: een allesverterende verliefdheid op zijn beste vriend, de charmante Sidney Ellwood. Gaunt vermoedt niet dat Ellwoods gevoelens wederzijds zijn. Als Gaunts familie hem vraagt officier te worden in het Britse leger, om duidelijk te maken waar hun loyaliteit ligt en het gezin zo te beschermen tegen de anti-Duitse haat, aarzelt Gaunt niet. Hij meldt zich onmiddellijk aan, opgelucht om aan zijn gevoelens voor Ellwood te kunnen ontsnappen. Tot Gaunts afschuw volgt Ellwood hem al snel, getergd door het idee dat Gaunt iets zal overkomen wat hemzelf bespaard zou blijven.
Aan het front haalt de harde realiteit van de loopgravenoorlog hen snel in.
Door het grote vuur is een diep ontroerend verhaal over verlangen, verlies van onschuld en de brute werkelijkheid van een donkere periode in de geschiedenis.