Heleen Vermeer keert terug naar haar geboortestad Kampen als de ouders van haar jeugdvriendin Francine bij een verkeersongeluk om het leven komen. Bij toeval ontdekt ze dat het echtpaar grote schulden had en lid was van een extremistische geloofsgemeenschap. Heleen begint te vermoeden dat het geen ongeluk was en schakelt de politie in.
Ze raakt nauw betrokken bij het onderzoek en reist naar de Ardennen, waar Francine in retraite is gegaan, om haar vriendin ervan te overtuigen dat ook zij moet vrezen voor haar leven. Maar brengt Heleen daarmee zichzelf en haar dochtertje niet in gevaar?