De meeste overlevenden van de Holocaust praatten na de oorlog niet over hun traumatische ervaringen. Ze moesten dóór. De pijn van het verleden was te groot. Pas op hogere leeftijd - toen hun kleinkinderen vragen begonnen te stellen - vertelden sommige van hen beetje bij beetje hun verhaal.
Sinds enkele jaren interviewen kinderen van de Joodse basischool Rosj Pina hun (over)grootouders over hun herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en de naweeën ervan. Uit de meer dan tweehonderd levensverhalen die de kinderen zelf opschreven stelde schrijver Femmetje de Wind deze bundel samen. Daarnaast vroeg zij een aantal bekende auteurs met de kinderen mee te gaan om het vaak ontroerende gesprek tussen de verschillende generaties te beschrijven.
Door hun ogen geeft een dwarsdoorsnede van datgene wat zich in Joodse families heeft afgespeeld gedurende de oorlogsjaren. In dit boek delen overlevenden van de Holocaust hun persoonlijke ervaringen over onderduik, verraad, verzet, vluchten, leven in de kampen en de kille ontvangst in Nederland na afloop van de oorlog. Toch is het ook een boek over klein geluk in donkere tijden, overlevingsdrang en hoop.
Met bijdragen van o.a. Jessica Durlacher, Frits Barend, Alex Boogers en Robert Vuijsje en een samenvattend essay van Arnon Grunberg.