Wij, mensen, zijn raadselachtige dieren. We lopen rechtop, we bedrijven de liefde het hele jaar door en we hebben praat voor tien. Niet dat we altijd zinnige dingen zeggen, want vaak weten we niet wat gezegd en spreken we toch. Dooddoeners heet zoiets. Ogenschijnlijk zijn ze nietszeggend, maar niets is minder waar. Dooddoeners zijn soms ook doordenkers. Jean Paul Van Bendegem en Ignaas Devisch gaan op zoek naar de diepere betekenis van 104 dooddoeners. Van ‘als we maar gezond zijn’ en ‘ik ben geen racist, maar’ tot ‘dit is te zot voor woorden’ en ‘ja maar, da’s toch logisch’: weten we wel wat we zeggen als we een dooddoener gebruiken? Doordenken over dooddoeners is een even geestig als diepzinnig boek over de vele manieren waarop we niets proberen te zeggen tegen elkaar en daardoor ongewild meer zeggen dan we bedoeld hadden.