Dorestad was in de Karolingische tijd de grootste stad van Nederland. Strategisch gepositioneerd, met een langgerekte haven en een paar duizend inwoners was het een handelsknooppunt in vroegmiddeleeuws Europa. Er werden Rijnwijn, Italiaans glas, Frankische zwaarden en Scandinavisch bont verhandeld, maar ook manuscripten, jachthonden en slaven. Op de markt wisselde men mode, gebruiken en ideeën uit. Het leven in Dorestad had internationale allure. De hier geslagen gouden en zilveren munten zijn in heel Europa teruggevonden. Dorestad speelde ook bij de verspreiding van het christendom een belangrijke rol. De grote 'fibula van Dorestad' , een schitterende gouden broche, vol met christelijke symboliek, ingelegd met almandijn, parels en gekleurd glas, verbindt de stad met het hof van keizer Karel de Grote.
Tussen 834 en 863 werd Dorestad bijna ieder jaar aangevallen door Vikingen. Uiteindelijk verzwakte de stad, mede door de politieke onrust en het steeds nattere landschap. In de 9de eeuw verdween Dorestad van de kaart, om pas in 1840 opnieuw ontdekt te worden. In de 20ste eeuw, tijdens de grootste opgraving ooit in Nederland gedaan, werd nabij Wijk bij Duurstede zo'n 35 ha onderzocht. Hoewel Dorestad in binnen- en buitenland tot de verbeelding spreekt, had het publiek tot nu toe nauwelijks toegang tot de belangwekkende vondsten, waaronder luxe glaswerk, sieraden, wapens en duizenden skeletten. Dr. Annemarieke Willemsen brengt nu een schat aan archeologische, historische en kunsthistorische informatie samen tot een prachtig geïllustreerd en toegankelijk lees- en bladerboek.