Een en al vrede en harmonie, tot het dorp wordt opgeschrikt door een gruwelijke moord. De speurtocht naar de dader zet de goegemeente maandenlang onder spanning. Verdachten worden opgepakt en weer vrijgelaten, huiszoekingen en ondervragingen volgen elkaar op, maar de moordenaar blijft op vrije voeten.
Het dorp verandert in een roddelnest, het café in een arena, de markt in een levende gazet. Oude vetes worden opgerakeld en politieke rekeningen vereffend, wie het juiste kamp niet weet te kiezen wordt onherroepelijk in de hoek gedrumd. De hoek waar uiteindelijk de klappen vallen.
Ludwig Apers en Dirk De Schepper zijn jeugdvrienden en hobbyschrijvers. De één schreef al enkele romans, de ander was correspondent voor een krant. Dit boek is een gezamenlijk project. De schrijvers gebruikten een historische gebeurtenis om er hun eigen verhaal rond te weven, gedragen door een fictief personage. Maar bovenal is het boek een kleurrijke beschrijving van de plaatsen waar ze zijn opgegroeid: een dorpscafé en een boerenerf.