Eefje Lambrecks en An Marchall verdwenen in de nacht van 22 op 23 augustus 1995 in Blankenberge. Het duurde een jaar en twaalf dagen vooraleer de meisjes werden teruggevonden. Dat was het gevolg van het onderzoek dat door procureur Bourlet in Neufchâteau was opgestart na de verdwijning van de toen vijftienjarige Laetitia Delhez op 9 augustus 2016. Het onderzoek, dat zeven jaar duurde, bracht Dutroux, Martin, Lelièvre en Nihoul voor het hof van assisen. De veroordeling volgde op 22 juni 2004. Omdat het uitgebreide onderzoek de families op cruciale punten in het ongewisse heeft gelaten, blijven de vragen, de pijn en de verontwaardiging. Zeker nadat Martin en Lelièvre vervroegd werden vrijgelaten. De uitleg van de veroordeelden in het dossier Dutroux was vaak tegenstrijdig en niet in overeenstemming met de feitelijke gegevens. Reden genoeg voor Jean Lambrecks, de papa van Eefje, en zijn partner Els Schreurs om hun onderzoek te blijven voortzetten. De afgelopen jaren werden ze daarbij ondersteund door Jean-Pierre Adam, een van de hoofdonderzoekers van de Cel Neufchâteau.