Noord-Albanië omstreeks 1935. Max Roth en Willy Norton, twee leren uit New York, arriveren in het dorpje N. voor een onderzoek naar het oude Albanese heldendicht. Door de balladen van de laatste rondtrekkende rapsoden vast te leggen hopen ze het mysterie van Homerus' dichtkunst op te helderen. Is de blinde dichter inderdaad de auteur van de Ilias en de odyssee, of heeft hij eenvoudig bestaande fragmenten verzameld en samengevoegd? De vrouw van de onderprefect ontvangt de bezoekers met open armen, blij als zij is met alles wat haar saaie bestaan kan verlevendigen. Intussen geeft haar man zijn beste verklikker opdracht om het tweetal - vermoedelijk spionnen - scherp in de gaten te houden. ongemerkt begeven de onderzoekers zich met hun speurtocht op gevaarlijk terrein: tussen Albanezen en Serviërs heerst al eeuwenlang strijd om de oude epische liederen, die voor hen onlosmakelijk verbonden zijn met de oorsprong van de volkeren op de Balkan en het historisch recht op Kosovo.