Tot Poesjkins toneelwerk behoren: - 'Boris Godoenov'. Als koningsdrama al bijna twee eeuwen lang het absolute hoogtepunt van de Russische toneelliteratuur. Met Jevgeni Onegin en De Bronzen Ruiter beschouwd als het belangrijkste dat Poesjkin heeft nagelaten. Getoonzet door Modest Moesorgski en als zodanig een mijlpaal in de Europese geschiedenis van de opera. - Vier 'Kleine tragediën'. Poesjkin op zijn best: flitsend, origineel in uitgangspunt en visie, volstrekt modern. Mede dankzij de bedrieglijke vanzelfsprekendheid van zijn toon en zijn laconieke stijl geldt Poesjkin als de geestelijke tweelingbroer van Mozart. Dat twee van deze stukken zijn geïnspireerd door een Mozart-thema, maakt ze extra fascinerend. Tot Poesjkins sprookjes behoren het absurdistische relaas van een pope aan wie de duivel belastingplichtig is; het weidse, klassiek-aandoende lied van tsaar Saltaan en zijn heldenzoon en akelige schoonzusters; het pseudo-volkssprookje van een nederige visser en zijn domme vrouwtje; een Russische of liever: poesjkiniaanse variant van Sneeuwwitje; en een tamelijk macaber sprookje over een luie koning die in het verderf wordt gestort door een castraat en een spookprinses. Russische kinderen worden nog altijd opgevoed met deze sprookjes, en veel Russen houden het meest van Poesjkin om zijn sprookjes.