Luigi Pirandello (1867-1936) omschreef drie van zijn toneelstukken als "theater in het theater". Hierin balanceert hij voortdurend op de grens tussen spel en werkelijkheid.
In het eerste stuk, 'Zes personages op zoek naar een schrijver', snakken zes wel gecreëerde, maar niet voltooide, toneelfiguren ernaar om verder ontwikkeld te worden, en gaan op zoek naar een mogelijkheid om zich te ontplooien.
In 'Ieder op zijn manier' komen een actrice en een baron terecht in een pijnlijke situatie. Pirandello maakt van deze pijnlijke situatie een toneelstuk, waarin verschillende personen, ieder op hun eigen manier, op de situatie reageren.
In het derde stuk van het drieluik, 'Vanavond improviseren wij', verklaart Pirandello: een mens verandert aan de lopende band en moet uiteindelijk sterven. Een kunstwerk echter is onsterfelijk omdat het voltooid is en dus nooit meer kan veranderen.
In het eerste stuk, 'Zes personages op zoek naar een schrijver', snakken zes wel gecreëerde, maar niet voltooide, toneelfiguren ernaar om verder ontwikkeld te worden, en gaan op zoek naar een mogelijkheid om zich te ontplooien.
In 'Ieder op zijn manier' komen een actrice en een baron terecht in een pijnlijke situatie. Pirandello maakt van deze pijnlijke situatie een toneelstuk, waarin verschillende personen, ieder op hun eigen manier, op de situatie reageren.
In het derde stuk van het drieluik, 'Vanavond improviseren wij', verklaart Pirandello: een mens verandert aan de lopende band en moet uiteindelijk sterven. Een kunstwerk echter is onsterfelijk omdat het voltooid is en dus nooit meer kan veranderen.