Het vierde verhaal uit de zeven oorlogsherinneringen van een kind uit het Duitsland tussen 1933 en 1940 heet Drenkeling. Een joods gezin op vakantie ziet hoe een drenkeling uit het water gehaald wordt. Hij leeft nog, maar de nazi's hebben op hetzelfde moment Dolfuss doodgeschoten. Nog beklemmender zijn de kaarsen van het Chanoeka-feest die afgewisseld worden door de fakkels van de horden nazi-duivels die door de straten marcheren.
Durlacher is het 'brutaal jodenjoch' uit het eerste verhaal. Hij noteert vlijmscherp en met een koele observatie die verschrikkelijke tijden. Van duivels isolement naar gruwelijke dood. Het gezin, een rijke tapijtenhandelaar met ooms en veel tantes, kan nog ontkomen naar Nederland. Het gebeurt op een moment dat al een oom naar Dachau is gedeporteerd, de Kristalnacht aan alle illusies een einde heeft gemaakt en het leven ondraaglijk is. Een reeks tijdsbeelden van ongewone scherpte en kracht.