Ver weg van het strijdgewoel bij onze Zuiderburen en de drukte van West- en Zuid-Nederland zou Drenthe met haar 200.000 inwoners en onafzienbare heidevelden tijdens de Eerste Wereldoorlog een oase van rust moeten zijn geweest. Het tegendeel is waar. Vanzelfsprekend gebeurde ook in Drenthe alles wat de rest van het neutrale Nederland overkwam: mobilisatie, inkwartiering, opvang van vluchtelingen, schaarste en distributie van voedsel en allerlei noodzakelijkheden. Tevens was er een steeds grotere invloed van de overheid op het economisch leven, met een eindeloos aantal regels en voorschriften.
Daarnaast speelde er in Drenthe nog veel meer. De rest van ons land had grote problemen met de brandstofvoorziening, en Drenthe had turf…. Maar men had ook te kampen met grote veenbranden, waarbij die van 1917 dramatische gevolgen had. De uitgestrekte heidevelden hadden een grote aantrekkingskracht op Duitse en Russische deserteurs. Smokkel vierde hoogtij, dus maakten Drentse rechters overuren. Veenhuizen werd de nationale opbergplaats van buitenlandse criminele vluchtelingen, geïnterneerden en deserteurs.
Kortom, het leven in de grensprovincie Drenthe was tijdens de eerste Wereldoorlog buitengewoon en enerverend.