Een jood, een christen en een moslim ontmoeten elkaar. Drie jongemannen van de generatie na de Tweede Wereldoorlog werken samen,aan de komst van televisie. Ze worden gedreven door de twijfelachtige voorgeschiedenis van hun vaders. In de tijd van het IJzeren Gordijn, de oprichting van de staat Israël, de waterstofbom en oorlog in Vietnam bijten zij zich vast in hun ideaal. Eigenlijk ieders ideaal: nooit meer oorlog. Televisie, computers en satellieten veranderen het wereldbeeld.
De jongemannen vechten met hun gezinnen voor een bestaan in Genève, Amsterdam en Boston. In Amerika worden zwarte kinderen van blanke scholen geweerd. De drie mannen werken aan een betere toekomst. En aan persoonlijk succes. Rijkdom roept, maar ze zien zich gedwarsboomd door discriminatie, vooroordelen en onbegrip. Hun misdadige en zakelijke concurrent ziet hen liever dood. De tegenstellingen in de wereld worden alsmaar groter. Terrorisme wint terrein. We zien het allemaal op tv; maar de drie blijven vertrouwen in hun product dat de wereld zal verbeteren en in die ene zelfde God. Tot de dood hen scheidt ...