Jos is vijftien. Hij heeft al die vijftien jaar niet geweten wat er in zijn ouders omgaat en evenmin meer dan een flauw vermoeden gehad van de drijfveren bij hun doen en laten. Nu ontmoet hij Marion, die al zeventien is, jat de Mercedes van zijn vader en alles loopt dan grondig uit de hand. Grote mensen blijken minder groot dan hij altijd gedacht heeft en de liefde, waar hij net een beetje in begint te geloven, is nauwelijks meer te onderscheiden van andere pijn.