Al tijdens haar jeugd in een dichtbebouwde voorstad van Rotterdam verwondert Li An Phoa zich over de wildernis in de buurt, het mos tussen de stoeptegels en de reigers in de sloten. Als twintiger trekt ze voor het eerst de echte wildernis in. Tijdens een kanotocht door het Canadese Noordpoolgebied ontdekt ze dat ze uit de rivier kan drinken. Maar als ze drie jaar later terugkeert kan dat niet meer: de rivier is vergiftigd, het ecosysteem verstoord. Die ervaring vormt het begin van een ambitieus initiatief, ‘Drinkable Rivers’, waarmee Phoa wereldwijd aandacht vraagt voor het belang van gezonde rivieren en mensen aanspoort tot actie. In dit boek, een rijk weefsel van reisverhaal, memoires, reportage, filosofische overpeinzing en poëzie neemt Li An Phoa de lezer mee op haar avonturen langs rivieren op vier continenten. Te voet legt ze meer dan 15.000 kilometer af en ervaart de diepe verbondenheid tussen alles wat leeft. Ze ontmoet beren, ratelslangen en libellen en spreekt boeren, schrijvers en ecologen. Met haar originele blik en ontwapenende aanpak stelt ze doorlopend de vraag: hoe kunnen onze rivieren weer drinkbaar worden?
Dit boek neemt je mee naar vele landen, maar in heb bijzonder naar rivieren.
Bekende zoals de Maas, maar ook onbekende de Rupert. Rivieren, het belang ervan voor ons mensen, maar ook voor de natuur. De schrijfster neemt je mee in haar verhaal en het lijkt of jezelf op reis bent. Veel van geleerd van dit boek. Ik ga het nog eens doorlezen en de rivieren die ze noemt en waar ze loopt opzoeken. Wel een boek waar je de tijd voor moet nemen.