werden vastgelegd. Meer dan honderdvijftig jaar later vormen die duizenden bladzijden aan notities nog steeds een indrukwekkende getuigenis van een nu uitgestorven volk.
Door de dreiging van de wereldwijde pandemie ziet Blackburn zich gedwongen haar reis na enkele weken te staken. In haar onverwachte isolement in haar huis in Suffolk vindt ze steun bij die verhalen van de /Xam, een volk dat zichzelf zag als niet meer dan een klein onderdeel van de alomvattende natuur. Hun levensbeschouwing kende een enorme waardigheid toe aan alles wat hen omgaf: de doden en de levenden, de dieren en de dingen, de wind en de regen, de maan en de sterren.
In Dromen van de Karoo schrijft Julia Blackburn op weergaloze wijze over de wreedheid van kolonisatie en wat het verleden ons kan leren over het heden.