Amsterdam, 1921. Antonie Donkers is amateurbokser en scharrelaar. Door tegen zichzelf in te zetten bij een illegale bokswedstrijd hoopt hij zoveel te verdienen dat hij zich uit het rauwe metier kan losmaken om met zijn jeugdliefde Helena een nieuw leven te beginnen. Hij heeft echter buiten de onderkoning van de hoofdstad, Theo ‘De Slachter’ Jansz gerekend, die het geld dat hij heeft verloren terugeist. Tot de laatste cent. Terwijl Helena’s toekomstbeeld in duigen valt zien Antonie en zijn vriend Johan, in de net ingevoerde drooglegging een oplossing voor hun benarde situatie. Gaandeweg neemt ook zijn invloed binnen de bende van De Slachter toe en de machtsstrijd die daarmee gepaard gaat, vindt zijn apotheose tijdens de Olympische Spelen in 1928.