Per uitzending schreef hij enige nummers waarvoor hij een structuur zocht die niet al te lang was, en evenmin erg moeilijk.
De gekozen versvorm die hij naar het aantal regels elftal (drie terzinen en een distichon) noemde, voldeed zo-danig dat hij deze bij herhaling heeft toegepast zoals in Tientallen elftallen (1985). Tegenwoordig gebruikt hij de prosodische term onzijn voor deze versvorm.
De in deze bundel opgenomen gedichten werden in 1998 gepubliceerd in de helaas onopgemerkt gebleven bundel Dozijnen onzijnen (Ars Scribendi). Voorts zijn er elf verschenen in De Tweede Ronde en enige opgenomen in de verzamelbundel Toenemend Feestgedruis.
De talentvolle Nijmeegse dichter Jaap van den Born schreef op al die onzijnen van Drs. P bout-rimés (contra-gedichten op de gebruikte rijmwoorden).
Het vakmanschap van beide dichters staat garant voor uren leesplezier.