Nico leeft op zijn veerboot een bestaan van ¿oever tot oever¿. Driemaal per uur, acht uur per dag, zet hij mensen over. De avonden brengt hij door met wijn en in stilte.
Op een dag komt een jonge vrouw Nico¿s stuurhut binnen, die de eenzame cadans van zijn overtochten doorbreekt. Ze laat zich niet wegsturen en weet met haar vragen en stille aanwezigheid langzaam tot Nico door te dringen. De vriendschap die ontstaat roept herinneringen op aan Geesje, de dochter die besluit controle te nemen over haar lichaam, totdat ze lichter zal zijn dan de wind.
Lidewij Martens laat in Dubbel rood op aangrijpende wijze zien hoe de levens van mensen beheerst kunnen worden door wilskracht en onmacht.