'Verrassing!' Met een glunderend gezicht duwt Roel de folder in mijn handen. 'Een midweek samen in een hotelletje aan zee! Hoe vind je dat, Maartje?'
Mijn blik glijdt naar de voorkant van de folder. Dat gebouw = Ik houd de foto wat dichterbij. Nee, dit kan niet waar zijn.
Maartje is gelukkig getrouwd met Roel, van wie ze zielsveel houdt. Nu de kinderen uit huis zijn, genieten ze samen van hun vrije dagen. Als Roel voorstelt om samen een weekje naar Egmond aan Zee te gaan, beseft hij niet wat hij daarmee overhoophaalt. Maartje heeft als jong meisje een tijd doorgebracht in een koloniehuis in Egmond aan Zee. Aan deze periode bewaart ze geen goede herinneringen. Nooit heeft ze begrepen waarom haar moeder haar naar dit tehuis stuurde. Het vroegere koloniehuis is nu een hotel geworden. En uitgerekend dit hotel heeft Roel uitgekozen voor een midweek aan zee.
Als Roel op zomerkamp is, opent Maartje een doos met herinneringen aan het koloniehuis. Het verdriet dat jarenlang diep weggestopt zat, komt met volle kracht naar boven. Maartje ervaart dat dit niet alleen pijnlijk, maar ook helend is.
Deze roman gaat terug naar de jaren vijftig, de bloeitijd van de Nederlandse vakantiekolonies. Om gezondheidsredenen werden elk jaar duizenden kinderen naar zo'n kindertehuis gestuurd. Die zogenaamde bleekneusjes moesten daar minimaal zes weken blijven om aan te sterken.