De jonge Frans Maris vertrekt op een van de Duitsers geconfisqueerde motorfiets in de zomer van 1945 naar het zuiden, de vrijheid tegemoet. In een bergdorp in Zuid-Spanje - in las Alpujarras om precies te zijn, de streek waar de auteur zelf sinds 2000 woont - geeft zijn motor er de brui aan. Bij de bron ontmoet Frans de bloedmooie, zestienjarige Aurora, hij weet dat hij zijn bestemming heeft gevonden. Maar dan moet zijn leven nog beginnen. In vijf delen lezen we over de familieperikelen van Frans en zijn kinderen. Deel 1 Duisternis: Zestig jaar later slaat de schrik Alma om het hart als haar vader, Frans Maris, hoort dat hij kanker heeft en zich niet wil laten behandelen. Behalve dat ze hem heel erg zal missen, draagt haar vader een geheim met zich mee. Alma wil dat aan hem ontfutselen, maar in die laatste dagen van zijn leven wordt het steeds moeilijker om hem te bereiken.