Een Zweedse vrouw arriveert in Florence, waar alles haar vreemd en overweldigend lijkt. De terracotta daken, de kerktorens, de verliefde stellen op straat. De man voor wie ze haar vorige leven heeft opgegeven is gedrongen en lelijk, en misschien vragen de mensen zich af wat iemand zoals zij met iemand zoals hem te zoeken heeft. Maar het kan haar niets schelen. Ze vindt dat ze veel te leren heeft, zowel op seksueel als op emotioneel gebied, en ze hoopt dat hij haar daarbij kan helpen. En dat zij hem ondertussen voor zichzelf mag houden. Het duurt niet lang voordat de jaloezie oplaait, en die is geheel wederzijds. Pas later zal ze zich afvragen wanneer ze haar grip op hem is kwijtgeraakt. Wanneer hij zijn greep onherroepelijk op haar heeft verstevigd. Zijn duivelsgreep.