Onder die eerste en uitgesloten humoresken en bagatellen � vooral geschreven om in zijn levensonderhoud te voorzien � bevinden zich desondanks enkele pareltjes van vertelkunst waarin het talent van Tsjechov zichtbaar is.
Het merendeel van de hier gepresenteerde twintig stukjes, zijnde het complete gepubliceerde verhalend werk uit de jaren 1880 en 1881, verschijnt voor het eerst in een Nederlandse vertaling. Een beknopte beschouwing over Tsjechovs jeugd en toelichtende aantekeningen van de hand van de vertaler, G.C. Zilverschoon, completeren het geheel.