Voor Alina betekent het troost na een mislukte relatie; Emilia mist haar geëmigreerde zoon, maar heeft via de kentuki van een jonge vrouw toch het idee van huiselijkheid en contact; Enzo koopt een kentuki voor zijn zoontje maar ontwikkelt er zelf een band mee. Twaalf personages over de hele wereld voert Schweblin ten tonele.
Gevaar van oversharing en voyeurisme in onze tijd van social media worden met Schweblins kenmerkende touch of horror subtiel en overtuigend beschreven, maar het is de manier waarop ze de bijna pijnlijke kwetsbaarheid en hoop van haar personages beschrijft, die ronduit indrukwekkend is.
'Net als Mohsin Hamid’s Exit West , waarin magische deuren fungeren als ontsnapping uit conflictzones, gaat Duizend ogen heel erg over verbondenheid en empathie in een geglobaliseerde wereld.’ – THE GUARDIAN
'Een klein boek zo breed en ambitieus als een epische roman.' – THE NEW YORK TIMES
Samanta Schweblin (1978, Buenos Aires) studeerde aan de film- en televisieacademie.
Haar romans Gif en Duizend ogen, en haar verhalenbundel Een mond vol vogels stonden alle drie op de long- of shortlist van de Inter national Man Booker Prize. Korte verhalen van haar hand zijn onder andere gepubliceerd in The New Yorker en Harper’s. Ze is al veelvuldig gelauwerd voor haar bescheiden, prachtige oeuvre, onder andere met de Shirley Jackson Award.