De 12-jarige Mijs zit net op de middelbare. Ruim een jaar geleden overleed haar 12-jarige broer Joes. Sindsdien loopt alles in het honderd. Bij de eindmusical maakt ze ruzie en slaat een klasgenootje. Ze stopt met hiphopdansen, wat ze zo graag deed, en ze voelt zich vaak boos, alsof er een bolbliksem in haar lijf rondraast. Op school gaat iedereen haar uit de weg.
Haar ouders sturen Mijs naar een therapeut, die met het idee van een rouwbot komt, zodat ze met haar broer kan praten. Hoewel ze er in eerste instantie niets van wil weten, is Mijs toch ook nieuwsgierig, en begint ze met computer-Joes te praten.
Bowie, de beste vriend van haar broer, vindt het maar niks, een AI--versie van Joes. Hij besluit Mijs mee op pad te nemen naar de plekken waar hij met Joes was. Zo leert ze niet alleen Joes beter kennen, maar ontstaat er ook een bijzondere vriendschap met Bowie. Dan ontdekt ze Bowies geheim. Een geheim dat hen nog dichter bij elkaar brengt.
Haar ouders sturen Mijs naar een therapeut, die met het idee van een rouwbot komt, zodat ze met haar broer kan praten. Hoewel ze er in eerste instantie niets van wil weten, is Mijs toch ook nieuwsgierig, en begint ze met computer-Joes te praten.
Bowie, de beste vriend van haar broer, vindt het maar niks, een AI--versie van Joes. Hij besluit Mijs mee op pad te nemen naar de plekken waar hij met Joes was. Zo leert ze niet alleen Joes beter kennen, maar ontstaat er ook een bijzondere vriendschap met Bowie. Dan ontdekt ze Bowies geheim. Een geheim dat hen nog dichter bij elkaar brengt.