Frans Laarmans ging niet recht naar huis, zoals hij ons wil doen geloven op het eind van Het dwaallicht, de roman van Willem Elsschot. Hij ging naar de Lange Ridderstraat.
In Het dwaalspoor keert Piet Teigeler terug naar het Antwerpen van 1938 om uit te zoeken wat de bedenkelijke Laarmans echt heeft uitgehaald in die ellendige novembernacht, aan de vooravond van de tweede grote wereldbrand.
Laarmans heeft Het Wereldtijdschrift van Boorman overgenomen en de redactie naar Antwerpen overgeplaatst. Het gaat hem voor de wind en nu hij Karel als assistent heeft kan hij er zijn gemak van nemen. Maar op die noodlottige novemberavond ontmoet hij de Afghanen, die op zoek zijn naar zakkennaaister Maria Van Dam. Hij gaat met de drie zeelui aan de rol en daar zal hij spijt van krijgen, want Maria is op gruwelijke wijze vermoord en Laarmans blundert recht naar de plaats van het delict. Hij stuurt zijn assistent op onderzoek uit, want die is privé-detective geweest. Maar is dat beetje ervaring genoeg om Laarmans uit het slop te halen? Of duwt hij hem juist dieper in het moeras?