Waar mr. L.R.J. (voor intimi: Rolly) ridder van Rappard was, daar ontstond rumoer. Van Rappard, een dwarse, deftige populist, was een autoritaire bestuurder die geen blad voor de mond nam. Zijn Gorinchemse ambtsperiode was een aaneenschakeling van conflicten. De gemeenteraad was soms zijn vriend, maar meestal zijn vijand.
Na zijn pensionering werd Van Rappard lid van de Gorinchemse gemeenteraad. In die functie maakte hij het leven van zijn opvolger bijzonder zuur. Meermalen poogde hij ook een zetel in de Tweede Kamer te bemachtigen: eerst voor de VVD en daarna voor zijn eigen Liberale Staatspartij en Nederlands Appèl ('Voor fatsoen, stem Van Rappard!').
Van Rappard had scherpe kritiek op het functioneren van de democratie. Met de NVSH ging hij openlijk het gevecht aan. Kotsmisselijk werd hij van de heersende seksobsessie. Vuilschrijvers als Cremer, Wolkers en Reve wilde hij verbieden. Moderne kunst verafschuwde hij. Zo werd de buitenissige, hartstochtelijke, geestige, overdonderende en beledigende Ridder van Rappard door zijn uitgesproken opvattingen een mediagenieke moraalridder - door velen bewonderd, door nog meer verguisd.