Dias, een ex-guerrillero, ex-echtgenoot, ex-kunsthandelaar en ex-bajesklant, belandt in Kunstroof toevallig in Falmignoul, een gat in de Ardennen waar weldra een internationale kunstbiënnale van start gaat. Politiefunctionaris Renard weet hem ervan te overtuigen om er als veiligheidsagent aan het werk te gaan. Zijn tegenstrever wordt kunstboef Tony Leroy, die het gemunt heeft op een reeks Amerikaanse modernisten, waaronder de befaamde Mark Rothko.
Wanneer Dias een vrachtwagen met gestolen schilderijen in de vernieling rijdt, fungeert het wrak, gekneld in de poort, als de spreekwoordelijke kurk op de fles. De boeven nemen een tiental gijzelaars en verschansen zich in het kasteel. Buiten verzamelt zich een overmacht aan politie, pers en ramptoeristen. Niemand is van plan ook maar iets te missen van deze liveshow. In deze explosieve sfeer doet Dias waar hij goed in is.